Oud testament in nieuw erfrecht


De heer en mevrouw Jansen zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en hebben twee meerderjarige kinderen. In januari 1999 hebben de heer en mevrouw Jansen zogeheten ouderlijke boedelverdeling testamenten gemaakt om elkaar verzorgd achter te laten. De heer Jansen overlijdt in februari 2003 aan de gevolgen van een hartaanval. Mevrouw Jansen vraagt zich nu af of door de invoering van het nieuwe erfrecht de in 1999 opgemaakte ouderlijke boedelverdeling testamenten nog geldig zijn.

Erfrecht vóór 1 januari 2003:

Voor 1 januari 2003 was het erfrechtelijk uitgangspunt dat kinderen meteen hun kindsdeel konden opeisen. Dat hierdoor de langstlevende echtgenoot in financiële problemen kan geraken was niet belangrijk. Ter bescherming was het advies een testament op de langstlevende te maken. Testamenten op de langstlevende bestaan uit twee soorten testamenten, te weten:

  • het vruchtgebruiktestament;
  • de ouderlijke boedelverdeling.

Bij een ouderlijke boedelverdeling worden aan de langstlevende ouder alle bezittingen vermaakt onder de verplichting de schulden te betalen en de kindsdelen in geld uit te keren. De kinderen krijgen zodoende datgene in geld waar zij recht op hebben zonder met de bezittingen te gaan en/of te mogen slepen. De kindsdelen in geld worden ter verzorging van de langstlevende ouder pas in een beperkt aantal en beschreven situaties uitbetaald. In de praktijk vindt een uitbetaling pas plaats bij het overlijden van de langstlevende ouder. De langstlevende ouder heeft hierdoor tijdens leven slechts een papieren schuld aan de kinderen en is vrij in zijn of haar doen en laten. Deze vrijheid houdt de bevoegdheid in zo nodig of gewenst alles op te maken.

Erfrecht per 1 januari 2003:

Per 1 januari 2003 is het erfrecht gewijzigd. De langstlevende echtgenoot wordt indien géén testament gemaakt is via de wettelijke verdeling beschermd. Dit lijkt op de vroegere ouderlijke boedelverdeling testamenten.

Globaal kan worden gesteld dat de wettelijke verdeling een wettelijke vastlegging is van het gebruikelijke testament: ouderlijke boedelverdeling.

Overgangsregeling:

Bij het invoeren van het nieuwe erfrecht is een overgangsregeling van toepassing voor testamenten die vóór 1 januari 2003 zijn opgemaakt. Deze testamenten blijven onverkort van toepassing ook al is de erflater na die datum overleden. Het testament van de heer Jansen blijft derhalve onverkort van toepassing. Zijn kinderen zullen moeten wachten op hun erfdeel totdat mevrouw Jansen óók is overleden, behoudens bijzondere omstandigheden die in het testament zijn vermeld.

Onder het nieuwe erfrecht is het maken van ouderlijke boedelverdeling testamenten niet meer mogelijk. Indien iemand overlijdt na 1 januari 2003 met achterlating van een echtgenoot en één of meer kinderen is de wettelijke verdeling van rechtswege van toepassing op deze nalatenschap, tenzij de overledene bij testament de wettelijke verdeling buiten toepassing heeft verklaard. Hierdoor is ook geen behoefte meer aan een ouderlijke boedelverdeling.