Gemeenschappelijk eigendom


Op diverse manieren kan gezamenlijke eigendom ontstaan. Door vererving worden de erfgenamen gezamenlijk eigenaar. Vrienden kopen een gezamenlijke vakantiewoning aan. Samenwoners kopen tezamen een woning. Zakenpartners starten gezamenlijk een bedrijf. Indien niet het voornemen bestaat de gezamenlijke eigendom snel op te heffen door een verdeling is het verstandig een regeling omtrent de eigendom te treffen; bijvoorbeeld de erfgenamen een beheersregeling, de samenwoners een samenlevingscontract en de zakenpartners een maatschap of vennootschap onder firma. De gezamenlijke eigenaren worden deelgenoten genoemd en hebben gemeenschappelijke eigendom.

Continuïteit

Het juridische uitgangspunt is dat de deelgenoten te allen tijde de verdeling van de eigendom kunnen verlangen. Ter voorkoming van onaangename verrassingen strekt het tot aanbeveling de onderlinge verhoudingen en afspraken in een contract vast te leggen. In zo’n contract kunnen afspraken worden gemaakt wie het beheer heeft en wie tot welke voordelen is gerechtigd. Zo’n contract heet een beheersregeling wanneer geen verdere band tussen de deelgenoten bestaat.

Overlijden

De beheersregeling, het samenlevingscontract, de maatschap of vennootschap onder firma zijn gericht op de continuïteit van de samenwerking en/of samenwoning. De vraag rijst wat er gebeurt bij het overlijden van een deelgenoot.

Bij overlijden eindigt het contract. Het erfrecht bepaalt in beginsel waar het aandeel in de gezamenlijke eigendom naar toe gaat. De overige deelgenoten worden in beginsel dus door het overlijden opgezadeld met de erfgenamen van de overledene. Deze erfgenamen worden door het overlijden óók deelgenoot. Als de verstandhouding goed is en blijft, hoeft dat nog geen probleem te zijn, maar de praktijk is vaak anders. Iedere deelgenoot kan namelijk eisen dat de onverdeeldheid wordt opgeheven. Dat betekent vaak dat het huis of het bedrijfspand moet worden verkocht om aan de (financiële) eisen te kunnen voldoen.

Een mogelijke oplossing is dat alle deelgenoten een testament maken. Nadeel van testamenten is dat zij te allen tijde eenzijdig kunnen worden gewijzigd. Testamenten bieden derhalve tijdens leven geen zekerheid voor de andere deelgenoten. Ter vermijding van nadelige financiële consequenties voor de deelgenoten bestaat de mogelijkheid een verblijvingsbeding overeen te komen. Het verblijvingsbeding is daarbij een vreemde eend in de bijt. Door een verblijvingsbeding op te nemen worden juist de consequenties van het verbreken van die continuïteit vastgelegd.

Verblijvingsbeding

Een verblijvingsbeding is een clausule die inhoudt dat de gezamenlijke eigendom bij voorbaat wordt verdeeld en wel zodanig dat de achterblijvende deelgenoten de eigendom verkrijgen. De erfgenamen kunnen eventueel slechts de waarde van het aandeel verkrijgen. Het aandeel in de onverdeeldheid zelve blijft achter ("verblijft") bij de voortzetters. Daardoor wordt die langstlevende deelgenoot de enige eigenaar van bijvoorbeeld het huis of het bedrijfspand. Het verblijvingsbeding heeft alleen betrekking op gezamenlijke bezittingen. Als de overleden deelgenoot ook privé-bezittingen had gaan die niet over.

Bijkomend voordeel van het verblijvingsbeding is dat het de werking van de legitieme portie van de kinderen van de overledene buiten spel zet. Dit voordeel kan worden gebruikt bij samenwoners, tweede huwelijken en bedrijfsoverdrachten in de familie. In bepaalde gevallen zijn tevens fiscale voordelen aan een verblijvingsbeding verbonden.

Beheersregeling

In een beheersregeling wordt standaard een verblijvingsbeding opgenomen. Daarnaast is het gebruikelijk nadere afspraken overeen te komen zoals:

  • investeringen;
  • vertegenwoordiging;
  • administratie;
  • onderhoud;
  • eventueel verhuur.