Voogdij


De Nederlandse bevolking telt 3,5 miljoen kinderen. De meesten hebben ouders. Helaas zijn er ook kinderen die geen ouders hebben. Gelukkig staat een kind er nooit écht alleen voor. Kinderen zonder ouders kunnen in Nederland altijd terugvallen op een voogd. In Nederland leven momenteel 9000 kinderen die geen ouder(s), maar een voogd hebben.

Gezag

Kinderen staan te allen tijde onder gezag; er is altijd een persoon of instantie die verantwoordelijk is voor hun verzorging en opvoeding. Meestal zijn dat beide ouders. Maar het kan ook om één ouder gaan, bijvoorbeeld in geval van scheiding of overlijden. Er zijn helaas situaties dat er geen ouder beschikbaar is om het ouderlijk gezag te dragen. Natuurlijk is dat het geval als beide ouders zijn overleden, maar ook als ouders uit het ouderlijk gezag zijn ontheven, omdat zij de opvoeding van hun kind niet aankunnen.

De rechter draagt het ouderlijk gezag dan over aan een voogd: een persoon of instantie die de verantwoordelijkheid van de ouder overneemt. Zo’n voogd wordt in overleg met de familie aangesteld. Kinderen vanaf twaalf jaar worden in dat overleg betrokken.

Tot 2 november 1995 was het verplicht ook een toeziend voogd aan te stellen. Deze zag erop toe dat de voogd op een goede manier het vermogen van het kind beheerde. De aanstelling van deze toeziend voogd is afgeschaft.

Wie kan er voogd worden?

In theorie kan vrijwel iedereen voogd worden. Wel geldt een minimumleeftijd van achttien jaar. Vanzelfsprekend kan iemand die onder curatele staat of een geestelijke stoornis heeft geen voogd worden

Als in de familie- of vriendenkring geen voogd wordt gevonden, zal uiteindelijk een voogdijstichting tot voogd worden benoemd. Maar dit gebeurt pas als geen andere oplossing denkbaar is. Om te voorkomen dat na het overlijden van ouders de rechter op zoek moet naar een voogd voor de achterblijvende kinderen, kan een testament uitkomst bieden. Ouders laten hierin vastleggen wie bij hun overlijden de voogd over hun kind(eren) wordt. Dat kan veel onduidelijkheid voorkomen.

Overigens wordt een aangewezen voogd pas met de voogdij belast als er verder niemand meer is die het ouderlijk gezag heeft. Een niet-ouder, die samen met de ouder het gezag over een kind voert, wordt automatisch voogd als de ouder overlijdt. De bij testament aangewezen voogd blijft buiten beeld.

Aanvaarding voogdijschap

De persoon die in een testament wordt aangewezen als voogd, is niet verplicht deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. Je kunt een benoeming als voogd weigeren. In overleg met de familie en de kinderen zoekt de rechter dan alsnog naar een nieuwe voogd. De vraag of iemand voogd wil worden via een testament wordt dan ook juridisch bezien pas gesteld wanneer het zover is.

Alleen de natuurlijke ouders en de rechter kunnen een voogd aanwijzen. Een niet-ouder die samen met een ouder het ouderlijk gezag heeft, kan geen voogd aanwijzen. Ook een voogd kan niet voor zijn opvolging zorgen. Dat moet de rechter doen.

De voogdij over een kind houdt op zodra het kind de achttienjarige leeftijd bereikt en dus volwassen is. Als het kind trouwt vóór het achttiende jaar, eindigt eveneens het voogdijschap. Wel moet de voogd dan eerst zelf toestemming hebben gegeven voor het huwelijk.