Voogdij en testament


Voor ouders met minderjarige kinderen is het belangrijk om stil te staan bij het feit hoe de regels omtrent het gezag over de kinderen luiden. Hierbij speelt bijvoorbeeld de vraag wie voor de kinderen zorgt als beide ouders zijn overleden.

Gezamenlijk gezag door gehuwden

Binnen het huwelijk oefenen de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. Overlijdt één van hen, dan blijft de langstlevende automatisch belast met het ouderlijk gezag. Blijft deze als enige belast met het ouderlijk gezag en overlijdt vervolgens deze laatste ouder dan benoemt de kantonrechter een voogd over de kinderen, tenzij die ouder in een testament al een voogd heeft benoemd. Dit zelfde gebeurt als beide ouders tegelijk of vlak na elkaar overlijden.

Gezag ongehuwde ouders

Een ongehuwde moeder die meerderjarig is als haar kind wordt geboren, oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over haar kind uit. Als ongehuwde ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag willen krijgen moeten zij gezamenlijk een verzoek tot aantekening hiervan in het gezagsregister indienen bij de griffie van het kantongerecht. Hetzelfde is van toepassing op ouders die zich hebben laten registreren als partners bij de Burgerlijke Stand.

Echtscheiding

Na echtscheiding blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben in principe dit gezamenlijk gezag uitoefenen. Iedere ouder kan de rechtbank verzoeken het gezag over een kind aan één van hen toe te kennen. Het belang van het kind is hierbij het enige criterium waaraan dit verzoek wordt getoetst.

Voogdij

Er is sprake van voogdij zodra een ander dan de ouders, alleen of tezamen met een andere derde, het gezag over een minderjarig kind uitoefent. Een voogd alleen heeft geen onderhoudsplicht ten opzichte van het kind; zijn er twee voogden dan zijn zij tevens onderhoudsplichtig jegens het kind. De voogdij kan ook worden uitgeoefend door een rechtspersoon. De voogdijbenoeming geschiedt in principe door de kantonrechter.

Testamentaire voogdij

Door een voogdbenoeming in een testament is in beginsel bepaald bij wie het kind terecht moet komen. De benoeming door de ouders heeft alleen gevolgen als zij beiden niet meer in leven zijn. Als één van beiden sterft, behoudt de overblijvende ouder immers van rechtswege het ouderlijk gezag.

De aangewezen voogd beslist pas na het overlijden of hij de aanwijzing aanvaardt. Het is wel belangrijk om van tijd tot tijd na te gaan of de door u aangewezen voogd nog wel bereid en geschikt is om zo nodig de voogdij uit te oefenen. Is dat niet het geval, dan zal de aanwijzing herroepen moeten worden en een ander als voogd worden aangewezen.

Gezamenlijke voogdij

Een persoon die met de voogdij is belast kan de rechter verzoeken een ander naast hem tot voogd te benoemen. Voorwaarde is dat de voogd en de ander beiden verzoeken om gezamenlijk met de voogdij belast te worden. De ander die tezamen met de voogd de voogdij wil gaan uitoefenen, moet een nauwe persoonlijk band met het kind hebben. Afwijzing van het verzoek vindt slechts plaats als er gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind worden verwaarloosd. Na toekenning van het verzoek zijn beiden voogd en hebben zij ieder de plicht en het recht om zelf de minderjarige te verzorgen en op te voeden.